Heeft u uw
financiële zaken
op orde?

Lees de checklist

Intermedis A & A

Wijzigingen in de belastingaangifte

Geplaatst op: 08-03-2017, 11:40:55

Elk jaar voert de Belastingdienst wel een aantal wijzigingen door als het gaat om de belastingaangifte. Wij noemen hier de belangrijkste.

Aanpassing belastingtarieven
Dit jaar zijn de belastingtarieven in box 1 (werk en inkomen) aangepast. Wie in heel 2016 niet de AOW-leeftijd heeft, betaalt in box 1 over zijn inkomen tot en met €19.922 meer belasting: voor deze schijf is het tarief verhoogd van 36,5% naar 36,55%.
Over het inkomen van €19.922 tot en met €66.421 is het tarief verlaagd van 42% naar 40,4%.  De derde schijf heeft een hogere bovengrens gekregen. Vorig jaar was dat nog €57.585.

Over de vierde schijf, alles boven de €66.421, blijf je 52% belasting betalen.

Hypotheekrenteaftrek
De meest bekende aftrekpost bij woningeigenaren is waarschijnlijk de hypotheekrenteaftrek. De rente die je betaalt over de hypotheek voor je koophuis, is aftrekbaar van je belastbaar inkomen. Hierdoor betaal je minder inkomstenbelasting. Je kunt kiezen tussen een teruggave in een keer of via de maandelijkse voorlopige teruggave.

De maximale hypotheekrenteaftrek in de hoogste belastingschijf gaat jaarlijks met een half procent omlaag. Op 1 januari 2017 is het maximale belastingtarief waartegen je de hypotheekrente kunt aftrekken verlaagd naar 50%. Hier hebben alleen huiseigenaren last van die in de hoogste belastingschijf vallen. Dit betreft jaarinkomens vanaf €67.072.

Lening afgesloten voor eigen woning?
Heb je een lening voor je huis afgesloten bij een familielid, een bv of een buitenlandse bank? Dat moet je voortaan opgeven bij de aangifte inkomstenbelasting. Voorheen ging dit met een apart formulier.

Lening van werkgever voor eigen woning
Heb je een lening voor je eigen woning bij je werkgever afgesloten tegen gunstige voorwaarden? Dan wordt het voordeel tot je loon gerekend en voortaan via de loonbelasting belast. Dat voordeel is in dit geval het verschil tussen de marktrente en de rente die je aan je werkgever betaalt. Je mag dit deel dan wel als eigenwoningrente in aftrek brengen.

Spaarbelasting
Kijken we naar de spaarbelasting dan zien we dat het deel van je spaargeld waarover je geen belasting hoeft te betalen (het heffingsvrijvermogen) is verhoogd naar €24.437. Heb je een fiscaal partner, dan ligt dat bedrag op €48.874.

Vrijstelling spaarloontegoed vervallen
Vanaf 2016 is er geen vrijstelling meer voor spaarloontegoed. Het hele tegoed moet worden aangegeven in box 3.

Inkomensafhankelijke combinatiekorting
Heb je kinderen die jonger zijn dan 12 jaar en werken jullie allebei? In dat geval heb je recht op de inkomensafhankelijke combinatiekorting van maximaal €2.769. Vorig jaar kon je nog maximaal €2.152 van je inkomen aftrekken.

Kinderalimentatie
De contante waarde van je toekomstige kinderalimentatieverplichting in 2016 mag je dit jaar nog in box 3 aftrekken als schuld. De waarde dient wel volgens bepaalde regels worden berekend - die regels zijn te vinden op belastingdienst.nl.

Algemene heffingskorting inkomensafhankelijk
Het basisbedrag van de  algemene heffingskorting wordt bij een inkomen uit werk en woning hoger dan €19.922 verlaagd met 4,822% van je inkomen. Deze verlaging kent geen limiet meer. Het kan dus ook gebeuren dat de algemene heffingskorting op €0 uitkomt: dat is het geval bij een inkomen van €66.417. De verlaging is 2,46 van je inkomen uit werk en inkomen boven €19.922 als je de AOW-leeftijd hebt bereikt.

Wie is geboren na 1962 en recht heeft op een teruggave van de algemene heffingskorting, krijgt te maken met een verlaging door aftopping. In dat geval krijg je maximaal €1047 terug.

Tijdelijke heffingskorting voor vroeg gepensioneerde
Deze heffingskorting is per 1 januari 2016 vervallen.

AOW-leeftijd omhoog
Sinds 2013 gaat de AOW-leeftijd in stappen omhoog naar 67 jaar. In 2016 ging de AOW-leeftijd in precies zes maanden na de 65e verjaardag. Veel fiscale regelingen zijn afhankelijk van het bereiken van de AOW-leeftijd. Denk bijvoorbeeld aan het recht op en de hoogte van de heffingskortingen en de ingangsdatum waarop lijfrentes worden uitgekeerd. 

Bron: www.dft.nl van 8 maart 2017

Ga terug naar de vorige pagina